Over renteaftrek en dekentjes op de stoep
Als ik dit blog schrijf zijn we nog twee dagen verwijderd van Koningsdag. Veel van de Koningsspelen op basisscholen zijn vorige week al geweest. De kinderen genieten nu van hun voorjaarsvakantie.
Traditioneel zijn er op de verjaardag van onze vorst in het hele land vrijmarkten te bezoeken. Zolders worden leeggehaald, afgedankt of ongebruikt speelgoed uit de kratten gehaald en in alle vroegte op Koningsdag uitgestald op bontgekleurde dekentjes. Een stukje typisch Nederlandse folklore.
Tussen zes uur in de ochtend en acht uur in de avond mag van er alles worden verkocht en zijn kinderen en volwassenen volop in de weer om hun koopwaar aan de man te brengen.
Vaak zie ik de kinderen vanuit hun eigen plekje al vroeg gluren naar wat er op andere dekentjes aan koopwaar wordt uitgestald. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat ouders met net zoveel spullen weer terug naar huis gaan als waarmee ze zijn gekomen. De verkoopopbrengst is dan door hun kroost dezelfde dag weer omgezet in de aanschaf van, voor hun, nieuw speelgoed.
Het bijzondere aan deze dag is dat, omdat onze koning jarig is, dit allemaal belastingvrij en haast ongereguleerd kan. Dit, terwijl de koning in zijn functie als staatshoofd, jaarlijks duizenden stukken ter ondertekening krijgt aangeboden waarin van alles juist wél strak gereguleerd wordt.
Een van die wetten, nog getekend door zijn moeder, is de zogenaamde Bijleenregeling.
Als we bij het idee van de Vrijmarkt blijven zou je dit als volgt kunnen uitleggen; het geld dat je verdient door het speelgoed dat je vanaf je eigen dekentje verkoopt, mag niet op je spaarrekening voor je rijbewijs, maar moet je gebruiken om dezelfde dag weer nieuw speelgoed te kopen. Doe je dat niet, dat wordt speelgoed dat je later koopt duurder.
Natuurlijk is dit over gesimplificeerd maar het is wel ongeveer zoals het gaat als je een woning verkoopt die jouw hoofdverblijf is.
De wetgever stelt, dat als je binnen drie jaar nadat je jouw eigen huis verkoopt weer een ander huis koopt, je de eerder gerealiseerde overwaarde weer helemaal moet gebruiken voor de aankoop te financieren van die nieuwe woning. Doe je dat niet, dan mag je de rente over het deel van de hypotheek wat je "te veel" hebt opgenomen niet aftrekken. Je hypotheek is dan geen volledige 'fiscale eigen woning lening" in de zin van de wet.
Voorbeeld:
Op 1 januari 2015 koop ik een huis voor € 250.000, = en neem een hypotheek van € 250.000, =
Op 1 juli 2021 verkoop ik dit huis weer voor een bedrag van € 300.000, =
Ik betaal € 5.000, = makelaarscourtage.
Mijn openstaande hypotheek is nog € 235.000, =.
De rekensom is dan als volgt;
€ 300.000, = min € 5.000, = is € 295.000, =, de netto verkoopopbrengst, min € 235.000, = aan openstaande hypotheek is de overwaarde (fiscaal noemen we dat dan de Eigenwoningreserve), van € 60.000, =.
Koop je binnen drie jaar na 1 juli 2021 een andere woning, dan moet je € 60.000, = aan eigen geld inbrengen om voor de nieuwe lening volledige aftrek te krijgen over de te betalen rentekosten.
De fiscale reservering (Eigenwoningreserve), blijft 3 jaar staan, in dit voorbeeld dus tot 1 juli 2024. Daarna vervalt de verplichting om dit bedrag volledig in te brengen bij een woningaankoop.
Ik doe bij deze een beroep op onze Koning om vooral géén wetgeving te tekenen die iets zoals de Bijleenregeling van toepassing verklaart op de opbrengsten van de Vrijmarkt, anders krijgen al die ouders zéker niet meer ruimte op zolder en krijgen we kinderen nooit aan het sparen.
Fijne Koningsdag.